Zondag Ribbekesdag

Tags

, , ,

Ik mis ze nog elke week, de familiaire ontmoetingen in mijn geboortehuis op nummer vijfenvijftig. En de rest … mijn neefjes en nichtjes plagen en die het vertikten me oom te noemen. Wat ik nu wel ben, zij ook trouwens. Hoe gaat het met U eigenlijk? Het is alhier voor het eerst sinds bijna acht jaren dat ik weer eens een stuk proza breng, dat niet professioneel getint is. Want dat laatste doe ik wel nog altijd met plezier en alweer voor het vijfentwintigste jaar, sportverslagen schrijven voor het regionale dagblad. Waar ik sinds deze maand al mijn collega’s bij de sportredactie van het eerste uur heb overleefd. Spreekwoordelijk dan, gelukkig wel.

Nog even en ik mag vijftig kaarsjes uit gaan blazen. Een halve eeuw beweeg ik me hier alweer voort op deze aarde en dat is bij velen niet onopgemerkt gebleven. Sinds 2016, want van toen is dus mijn laatste bijdrage, is er weer veel gebeurd. We hebben een heuse pandemie gekend die ik en mijn familie uiteindelijk goed zijn doorgekomen, ik ben nog steeds te corpulent maar daar wil ik nu echt wat aan gaan doen en helaas zijn er in mijn familie en ook elders om me heen tussentijds  mensen weg komen te vallen. Ze zeggen dat Abraham weet waar hij de mosterd haalt, dus ook dat hoort er ontegenzeggelijk bij.

De sport is al lang een groot deel van het jaar dus mijn dagbesteding op zondag. Terug echter naar vroeger, toen ik nog een bijdehante knaap was. Was er geen doop- of communiefeest, kermis of een ander evenement, dan was er altijd nog dat ene huisnummer vijfenvijftig.  Want ik mag wel een autist zijn die er in het algemeen om bekend staat niet veel vriendjes te hebben, eenzaam was ik in mijn jeugd zeker niet. Zowel van vaders- als moederskant was en ben ik gezegend met een grote van huis uit agrarische Brabantse familie waar ik uiteraard ook altijd deel van uitgemaakt heb. Beide kanten zijn me bijzonder lief, al kwamen we bij die van moederskant veruit het vaakst over de vloer.

We waren buiten opa en oma met acht gezinnen, onder wie zeven met kinderen. Met mij erbij zijn we met zeventien en iedereen is er gelukkig nog. Omdat ik bijna de oudste ben, heb ik het meer dan dertig jaar mogen meemaken. Dan gingen we op zondagmiddag daar naar toe. Dat verveelde eigenlijk nooit, we deden van alles samen. Met de blokken en de trein spelen, later een spel met zijn allen aan de tafel en op een bepaalde leeftijd kwam daar ook wel eens een biertje bij. Die probeerde ik ook wel eens onaangekondigd een slokje aan mijn jongste neefjes te slijten, maar die trapten daar nooit in. En de oudste helft van mijn generatie ging ook studeren.

Als we bleven eten, vaak bij verjaardagen en ook wel op andere dagen, dan kwamen de kookkunsten van onze familie op tafel. Vooral die van oma, dat was dan letterlijk Au Bain-Marie ! Vleessoep, andijviestamp, gestoofde peren, warme kip of asperges met eigen gesneden en tweemaal gebakken friet. Als je geluk had dan was de betreffende zondag Ribbekesdag. Waar tegenwoordig de sparerib aardig ingeburgerd is, daar was dat toen nog niet zo. Zacht gekookt en goed gegaard varkensvlees op het bot en daar aten we bijna onze vingertjes bij op. Na afloop karnemelkse pap of vla, want die eerste was niet mijn persoonlijke favoriet.

Een traditioneel katholiek getinte zondags familietafereel gezellig bij ons in het westen van Brabant, van ruwweg de jaren zeventig tot en met negentig van de vorige eeuw. Zoals je het nu niet meer ziet, dat merk ik de laatste jaren steeds meer met het wat ouder worden. Soms zie ik het weer terug op oude foto’s. Het is niet meer zo en mijn neven en nichten zie ik weinig, ik kan daar over weeklagen, maar dat zal niet helpen. Het is bijna het nieuwe jaar en voor mij dus een aanstaand kroonjaar. Zal het een nieuwe kijk op het leven gaan opleveren? Mijn geheugen is nog altijd zeer goed en als de wijsheid met de jaren inderdaad mee komt … wie weet duurt het tot de volgende ongetwijfeld spraakmakende bijdrage op deze plaats dan niet zo lang meer.

Sapere Aude

Juffrouw Johanna

Ik houd niet bepaald van veranderingen, maar ze vinden nu eenmaal plaats. Soms geleidelijk, soms abrupt en ook wel eens in een tempo dat het midden houdt.  Daar ben ik als hoogfunctionerende autist net als elk ander van kinds af aan mee opgegroeid. En waar anderen daar schier nonchalant mee om lijken te gaan, daar kan dat bij mij inderdaad wel eens tot aanpassingsproblemen leiden. Al is de Aspergervariant binnen het totale autistische spectrum nog wel ontvankelijk, maar wel in zijn eigen tempo.

En dus is het prettig als je jezelf eens kunt terugtrekken in een vertrouwde en tegen factoren van buitenaf bestendige omgeving. Nog prettiger is het, wanneer deze setting na jaren nog eens terug komt in je leven en pure nostalgie uitstraalt. Ik heb dit enkele maanden geleden nog eens een week mogen ervaren in het door mij geliefde Limburgse land. Niet helemaal in het zuiden (zie mijn artikel Circus Geert alhier van eind 2011), maar aan de Maas bij Reuver en Kessel. En in de omgeving merkte ik dat ik dertig jaar na dato hele andere zaken oppikte dan als tienjarige in 1985 en daar ging ook juist weer een wereld mee open.

Een status-quo dus. De toestand waarin iets zich bevindt alvorens er veranderingen plaatsvinden. Een term die nogal eens staatkundig wordt gehanteerd, maar wat mij betreft is de strekking veel breder. De vakantiebungalow die ik zojuist aanhaalde had het en het park zelf ook. Ik zocht het bewust op en vond het nog ook, want mijn geheugen laat me ook na mijn veertigste maar zelden in de steek. Maar ik heb het ook ten huize van familieleden of kennissen die de zeventig inmiddels gepasseerd zijn. En geloof me, er zijn woningen waar de tijd bijna letterlijk stil heeft gestaan.

Het moet begin 1986 zijn geweest en in Huijbergen waar ik toen intern was en ook op school ging, hadden we in de hoogste klas van de –toen net– basisschool een aardige meester. Hij had echter een probleempje, want hij was maar liefst zesendertig! In een tijd waarin net in het onderwijs de ATV was ingevoerd. Eens in de twee weken had de meester een heuse ouwe-lullendag uit te zitten, ongevraagd want het systeem was niet vrijwillig maar wet. En als de directeur niet beschikbaar was op deze tweewekelijkse maandag, dan kregen we wel eens een invalster. En op maandag was het ook nog eens muziekles, dus nou wat wilden we nog meer …

Ik weet niet eens of het lieve mens nog leeft. Toen de vijftig al voorbij en met een bril waar Oma Duck jaloers op zou zijn. Juffrouw Johanna heette ze en ze had een op zichzelf zeer innemende uitstraling. En zij deed met onze klas iets, dat zelfs in drie jaar wekelijkse muziekles op de havo nimmer meer is herhaald: zingen in Canon! En een echte klassieker, van Joseph Haydn die tevens de geestelijke vader is van het Duitse volkslied. Wat heeft dit met het bovenstaande te maken? Alles! Want ook de muziek is als je er gevoel voor hebt een status-quo pur sang.

Het doet je als volwassene denken aan vroeger tijden en deze canon heeft zich in mijn geheugen diep genesteld. ‘Es sagen Ja die Blicke, die Worte sagen Nein!’ Ik zou het zo kunnen reciteren, maar zal het notenschema hier niet herhalen. In de katholieke kerk heb ik dat ook nog wel, die heel enkele keer dat ik er nog eens ben. Toen ik in november vorig jaar met mijn oude koorvrienden van weleer een hoogmis zong bij onze reünie, kwam ook heel veel weer boven. Oude tijden herleefden en de Bourgondische inslag tijdens de uiterst ruime nazit niet in de laatste plaats.

Genieën zijn vaak onbegrepen? Dat klopt wel ja, aan veel grootheden uit vroeger eeuwen kon een vorm van autisme toegedicht worden. Einstein, Newton, meerdere Amerikaanse presidenten, Da Vinci. Of dichter bij huis: de in mijn eigen woonplaats geboren Vincent van Gogh … allen zijn zij er later mee in verband gebracht. En waar hebben kunstliefhebbers of historici nog altijd de mond vol van? Juist! Wereldvreemd, maar een levend ijkpunt voor de tijd waarin zij leefden.

En ik dan? Ik ben alweer 42, ik noem het zelf het nieuwe vierentwintig. Maar ook mijn moment dat ik mijn leven bij Petrus moet verantwoorden, zal eens komen. En statistisch gezien zou ik op aarde al over de helft moeten zijn. Hoogste tijd om toch maar eens die steeds veranderende buitenwereld te gaan bestormen. I’m Coming !!!

Sapere Aude

 

Ach Vader Lief

Tags

, , , ,

We hebben een voor mij persoonlijk eigenaardig jaar achter de rug. Op Eerste Pinksterdag was het in Vlaanderen al Vaderdag, een week eerder dan bij ons. Als ik al Vlaamse wortels heb, dan zullen ze van eeuwen geleden zijn. Maar toch was deze Eerste Pinksterdag specialer dan alle andere. Ook voor mij hier aan de Hollandse kant van de grens stond de laatste editie van Pinksteren in het teken van Vaderdag. Mijn vader is welgeteld veertig geworden, zelf ben ik het sinds april en op de Vlaamse Vaderdag was de dag zowaar aangebroken dat ik hem overleefd heb. Niet iets waar ik verder trots op ben, maar een gedenkwaardig moment is het en blijft het, want je maakt hem maar eenmaal mee.

Minder fraai is het feit dat ik als ik het goed heb op deze plaats gedurende heel 2014 niets, maar dan ook werkelijk niets van me heb laten horen. Terwijl ik mijn blog in 2010 ben begonnen om mezelf verder te bekwamen in de schrijverij en deze schrijfsels met anderen te delen. Ik zit hier nu niet met boosheid, wel met enige plaatsvervangende schaamte. Had ik dan een writersbloc ? Was ik ziek ? Nou nee, eigenlijk niet. Ik ben sinds de zomer zelfs meer doordeweeks gaan werken, ik heb reeds op mijn veertigste een zilveren vrijwilligersjubileum mogen vieren (bij het onvolprezen Etten-Leurse kindervakantiewerk Jeugdland), mijn moeder is zeventig geworden en ik ben inmiddels de trotse oom van Alexander.

Zal ik dan toch weer beterschap beloven? Ik doe een poging en nu gewoon van huis uit, want eind 2013 zat ik op Terschelling. Daar hoop ik binnenkort weer eens heen te gaan en ik laat het verder even hierbij voor wat betreft mijn kunstje zelf. Het schijnt dat in de artiestenwereld het niet sterk is om te veel over de act zelf te redeneren, om in andere woorden te veel metatekst er op los te laten. Dat deed ik eind 2002 eens, toen ik in Eindhoven solo heb meegedaan aan een cabaretfestival. De eerste ronde heb ik ondanks een sterk verhaal niet overleefd. Ik waag bij dezen in elk geval een poging tot beterschap.

Je eigen ouwe heer overleven is een aparte gewaarwording. Voorheen wilde ik nog wel eens denken bij een probleem over hoe hij het eventueel zou hebben gedaan. Dat werd de laatste jaren vanzelf minder en nu heb ik dat eigenlijk niet meer. Ik ben ouder dan hij was, bijna 41 zelfs. Dat is voor velen een reden om eens terug te blikken op je leven tot dan toe. En eerlijk: er zijn lieden bij wie dit leidt tot een midlifecrisis. Ik lijk er nog geen last van te hebben en hopelijk blijft dat zo.

De Zangeres Zonder Naam zong eens van ‘Ach vader lief’, over een man die zijn weekloon verdrinkt. Ons pa deed dat laatste zover ik weet niet, hij zorgde goed voor zijn vrouw en zijn kinderen. Zelf drink ik iets meer en ik heb toch maar weer een goed voornemen voor 2015 om dat wat te minderen. En ook om weer meer te gaan bewegen. Want 116 schoon aan de haak is en blijft een beetje aan de zwaarlijvige kant. Voor het zover is weer de nodige nieuwjaarsborrels afstruinen dan maar. Tantes kussen, de omes ook of ze nou willen of niet, en tegen eenieder vooral alle goeds en gezondheid wensen. Ik wens het U allen ook uit de grond van mijn hart en hopelijk langs deze weg nu weer wel tot snel. Wie weet !

Sapere Aude

 

Bier en Bijbelspreuken

Tags

, , ,

We zij er weer !! Allereerst weer eens een inhoudelijke bijdrage mijnerzijds alhier. Maar ook en wellicht meer nog: ik ben weer eens terug op Terschelling. Mijn geliefde eiland waar van alles te zien en te beleven is, ook in deze rustige en afgekoelde tijd van het jaar. Meer dan twee jaar geleden was ik hier voor het laatst, dit wordt volgens mijn eigen statistieken de veertiende maal in totaal en de elfde (in dertien jaar tijd) in successie op hetzelfde logeeradres. Voor degenen die nog bewust met mijn vorige bezoek in 2011 hebben meegelezen: mijn geliefde oudtante in de Noordoostpolder is er gelukkig nog, maar logeren doe ik er nu niet meer. Ze is inmiddels 95 en daarbij heb ik mijn eigen fiets nu met me mee zowel heen als terug, dus ik moest op maandagmiddag wel een latere boot nemen. Gelukkig mag je op een groot deel van de Afsluitdijk tegenwoordig 130 per uur, dus het rechtervoetje was in Harlingen blij weer te kunnen lopen. Vrijdagmiddag zal ik niet nalaten mijn tante alsnog even op te zoeken, nu we toch in de buurt zijn.

Je ziet niet alleen de duinen, de gebouwen, de zee en de polders en dijken. Als je ergens binnen bent, dan hangt er hier van alles aan de muren. Variërend van jachttrofeeën tot aan plaatsnaamborden die wellicht niet op helemaal legale wijze bekomen zijn. Vanmiddag viel mijn oog zowaar ook nog op een exemplaar in de categorie Bijbelspreuken. Vrij uitgelegd, want er staat iets anders, betekent Jesaja 28:16 dat ‘wie gelooft niet zal haasten‘. Ik moest meteen denken aan de huidige perikelen in de katholieke kerk en aan onze huidige paus. De Heilige Vader heeft toch wel iets anders aan zijn hoofd dan treuzelen? Althans, tijdens het conclaaf in maart dit jaar neigden de heren kardinalen in meerderheid wel die kant op. Laten we het antwoord maar in het midden laten of dit vraagstuk hier, vanaf dezelfde tafel waar mijn schrijverij ooit serieus begon, kan worden opgelost. Zeker is dat deze kerkvorst in zijn rol niet is te benijden.

Bij dit alles moeten we op Terschelling niet vergeten te denken aan de inwendige mens. Zojuist een Indische ketjapschotel op die je bij een gemiddelde afhaalchinees niet kunt krijgen. Gisteren een eenvoudige plate met gebakken aardappelen en gehakt uit de jus. Bij al dat goede van het leven een of meer goede glazen bier horen er uiteraard bij. En vanmiddag als lunch een goede kop snert met roggebrood en spek. Ja, er is hier voor elk wat wils. Altijd als ik hier ben valt er wel wat te schrijven, waar dat thuis in alle eerlijkheid en ondanks mijn oorspronkelijke aspiraties de ene maand beter lukt dan de andere. Dit is namelijk een eiland, en het dorp Midsland helemaal, vol inspiratie. Is het niet voor mijn nog steeds -ik kreeg er vandaag weer een vraag over- niet uitgegeven boeken, dan wel voor deze weblog. Hoe dan ook, weest allen gerust over mij. Ik zal het tot het einde van de week wel uithouden alhier.

Eerlijk toegegeven: mijn vakantiedagen moesten nog even op, want in dit geval mogen ze niet mee naar 2014. Maar mocht U als lezer dan wel gelovig zijn, moge onder het geruststellende genot van een goede pint dan Gods welgemeende zegen over mij komen !

Sapere Aude

 

Roemenië deel 2 – Hotel Mama

Tags

, , ,

Ene Godfried Bomans heeft ooit ruwweg geschreven in een voorwoord van een vertaling richting Oost-Europa: ‘dragen de mensen dierenvellen en slaken zij oerkreten?’ Niets is minder waar, de bevolking is gastvrij, vriendelijk en doorgaans gedisciplineerd in de omgang. En de straten en wegen zijn krek en schoon in een mate waar wij als nuchtere Hollanders nog een voorbeeld aan kunnen nemen.

Ik ben van Boekarest verhuisd naar Transsylvanië, hetgeen een autorit betekende via de Karpaten van zeker een halve dag. Snelwegen zijn hier nog nauwelijks aanwezig. En we moesten ons reisgezelschap meer opsplitsen, want we logeren in kleinere etablissementen. Moeders en ik zitten in een hotel dat je vanuit Sighisoara al ziet liggen boven op een berg. Alleen de rit er naar toe is wel een kilometer of zes en de onverharde weg loopt honderd meter verderop dood bij het hotel waar we het feest zullen vieren nadat de huwelijksceremonie aan de andere kant van de stad heeft plaats gehad.

En dat doet me denken aan een term die we in Nederland tegenwoordig kennen omdat -mede door de crisis- veel jongeren langer thuis blijven wonen. Oftewel: Hotel Mama. Maar hier midden in het Roemeense land dus wat letterlijker en ik mag wederom zeggen dat het toeven hier alleszins acceptabel is. En ook hier hebben ze Ursus, alleen niet van de tap maar uit een goed koude fles van een halve liter.

En toch is de aanwezigheid van Mama ook letterlijk te merken. Ik heb haar foto’s al veilig moeten stellen op haar eigen laptop, ze wil bij mij komen douchen want zij heeft een ligbad, maar wel weer een balkon met adembenemend uitzicht. En zo kan het zomaar wezen dat ik haar ligbad nog eens ga uittesten want die heb ik weer niet. De Roemeense schoonfamilie van mijn broer is hier eveneens te gast en die mensen hebben het druk met allerlei versierselen voor te bereiden voor het huwelijksfeest. Dat duurt tot diep in de vroege ochtend wat ik begreep, dus morgen gaan we de boel tot rust laten komen.

Met Mama in één hotel samen betekent dat -omdat ze in dezelfde stad verblijven- er automatisch een invasie in je kamer volgt van al je lieve tantes. Want die willen wel even zien hoe hun neefje het getroffen heeft en of het lieve petekindje toch niets tekort komt. En het kakelen onder elkaar waar de mannen niet tussen komen (is ook niet verstandig), gaat hier aan de andere kant van het Europese werelddeel onverminderd voort.

En zo hobbelen we door in het Roemeense land waar het leven goed is en waar ook wel degelijk aanlokkelijk mannelijk schoon rond loopt. Als ik weer verder schrijf, is er een huwelijk in Roemeense stijl voltrokken. Dat is dan een goed teken: dan weten we dat ik nog leef !

La Revedere

(Oorspronkelijk geschreven op zaterdag 20 juli 2013)

P.s. Naschrift op 10 augustus: Ik leef nog en de terugreis alweer twee weken geleden is gladjes verlopen. Het ligbad heb ik niet meer gebruikt en het verblijf nadien in Bran elders in Transsylvanië was eveneens top. Kleine tip als je de auto’s na een bruiloft door een misverstand mist: taxi’s kosten geen drol, maar chauffeurs spreken nauwelijks Engels. Een visitekaartje in je hotel meepakken bij aankomst en in je portemonnee steken doet op zo’n moment wonderen.

Roemenië deel 1 – Boekarest

Tags

, , , ,

Daar zit ik dan. Op mijn verste reisbestemming ooit, voorheen waren in mijn jonge jaren Zwitserland en Zweden de verste oorden waar ik me vertoond heb. Ik zit sinds het begin van deze middag in Boekarest, de hoofdstad van Roemenië. Als kind was ik enigszins geobsedeerd door het Oostblok. Van die landen waar je zomaar niet heen ging in de tijd dat het hier nog goed communistisch was. Toch nog komt het er dus van er heen te gaan voor mijn veertigste.

Ik ben hier met een doel. Morgen reizen we door naar Transsylvanië voor het kerkelijk huwelijk van mijn jongste broer. De eerste indruk van het land is dat het verrassend westers en modern op me overkomt. Ik bereidde me mentaal voor op armoede en paarden met wagens door de straten, maar het straatbeeld heeft eerder iets van oude steden in Frankrijk. En die typische grootstedelijke architectuur van de communistische planeconomie bestaat wel, maar wordt afgewisseld met fraaie villa’s uit laten we zeggen de negentiende eeuw.

Nederland is hier dichterbij dan je denkt. Niet alleen slechts twee en een half uur vliegen, maar ik heb zonet voor het eerst een Roemeense supermarkt bezocht. Mijn oog viel snel op het woord Calvé en eronder stond gewoon pindakaas. Met daarbij weer de Roemeense vertaling ervan. Met half Engels en wat Italiaanse woorden behelp ik me nu, maar verder valt het allemaal best mee. Het is warm, maar dat was het in Nederland de laatste dagen zeker ook.

Met de hogesnelheidstrein ben je tegenwoordig vanuit Brabant zo op Schiphol, je rijdt alleen wat meer door tunnels die gegraven zijn om onder meer het Groene Hart te ontzien. Met zowaar als je boven het maaiveld uitkomt onderweg een groot hoogtepunt: de Rotterdamse Kuip in haar volle glorie, nou wie wil dat niet !

De vlucht zelf werd begeleid door enkele mannelijke stewards waarvan je denkt ‘hé die zijn ook ho’. Ik heb ze maar wijselijk hun werk laten doen hoewel de jongste er wel erg aantrekkelijk uitzag. Ik ga sowieso meer zwijgen hier dan mijn geaardheid openlijk uiten, daar zou dit land nog wel eens niet helemaal aan toe kunnen zijn. Morgen dan maar naar de streek van Dracula. Benieuwd of ze me daar nog wel laten gaan …

La Revedere

(Oorspronkelijk geschreven op donderdag 18 juli 2013)

Kennis is macht … maar ook een last

Tags

, , ,

Vandaag valt in het nieuws te lezen dat het Nederlandse onderwijs uitblinkt in middelmatigheid. Zogeheten zwakke scholen zijn er veel minder dan voorheen, maar aan de bovenkant lijkt een negatieve trend gaande. ‘Nederland kent heel erg weinig excellerende leerlingen en scholen. Het aantal goed presterende leerlingen lijkt zelfs af te nemen de laatste jaren.’ Voorheen behoorde ons onderwijs qua niveau tot de top van Europa en nu kennelijk nog enkel tot de middenmoot. Dat is toch een verpletterende nederlaag voor eenieder die wel durft te erkennen dat hoogbegaafde jongeren voor de toekomst van ons land juist een zegen zijn.

Gisteren heb ik alweer de gezegende leeftijd bereikt van negenendertig. Nog een jaar erbij en er komt een viertje voor en ze zeggen dat dan pas echt het leven begint. Als je hoogbegaafd bent zoals ik en ook nog de variant Asperger er aan kunt labelen, dan zal het met dat beginnende leven wel loslopen. Want zoals vele soortgenoten heb ik al een aardig bewogen leven achter de rug. Voorbeelden hiervan zijn op deze site in verschillende bijdragen terug te vinden. Ik was en ben inderdaad redelijk intelligent en heb een ijzersterk geheugen. Complete conversaties kan ik uit het verleden terughalen in mijn hoofd die anderen allang vergeten zijn. Daarnaast heb ik geen navigatiesysteem in de auto nodig om in Nederland en een groot deel van Vlaanderen ergens te komen, de hoofdwegen zitten in mijn bovenkamer.

Dat kan handig zijn en tegelijkertijd ook niet. Nuttig is mijn geheugen in mijn werk als freelance journalist steeds vaker. Toen ik als correspondent bij de sportredactie van ons regionale dagblad begon in 1999, was ik met vijfentwintig jaar de benjamin der medewerkers. nu, met veertien jaar ervaring, moet ik voor het controleren van de feiten nog wel eens in mijn digitale archieven duiken, maar veel weet ik zo nog en ook over namen en personen. De laatste tijd -de sportredactie is inmiddels zelf ook aardig aan verjonging onderhevig en dat is prima- word ik in toenemende mate gebeld met inhoudelijke vragen als de redactie interviews en achtergrondartikelen wil maken.

Maar het leven is al van kinds af aan lang niet altijd een geplaveid pad. Het is een moeilijk begaanbare weg met hobbels en obstakels die met regelmaat en ook op onmogelijke momenten voor je opdoemen. Er is onbegrip voor jouw denkwijze en je staat zelfs bekend als een irritante wijsneus die gewoon eens zijn klep moet houden en mee moet doen met de groep. Vergelijkbaar met het zogenaamde krabbenmandeffect: als in een mand vol met krabben er eentje uit wil klimmen, dan wordt hij direct teruggetrokken door de rest. En voor dat doorouwehoeren over zaken op een onbegrijpelijk niveau hebben wij als hoogbegaafden ook een term: fiepen. En zeker onder mekaar, och wij fiepen wat af … en dan is het te hopen dat er verder geen onbenullige derden of andere dombo’s in de directe omgeving vertoeven. Want dat kan voor eenieder zeer onaangenaam worden.

Kennis is en blijft macht. Je kunt het namelijk ook inzetten voor volk en vaderland en dus voor een hoger doel. En derhalve word ik bij zulke denigrerende berichten over het Nederlandse onderwijs altijd weer een beetje weemoedig van binnen. Bezuinigingen op onderwijs zijn gelukkig grotendeels van tafel gegaan, maar die op bijvoorbeeld de publieke omroepen nog steeds niet. En van de commerciëlen hoeven buiten nieuwe talentenjachten, oeverloze herhalingen van series en films en dom geroddel over bekende medelanders doorgaans niet veel verheffends te verwachten. Hopelijk mag dit bericht voor de vaderlandse politiek eindelijk eens een signaal zijn dat er ingegrepen moet worden. Want stilstand? Clichés zijn nu eenmaal vaak waar, dat is ook in onze kenniseconomie nog altijd achteruitgang!

Sapere Aude

 

De soep van tante Dien

Tags

, , ,

Als kind wilde ik een tijdlang kok worden. Zo graag dat het mijn geliefde moeder noopte om in te grijpen, aangezien ik dit verlangen nog had in de laatste klas van de basisschool. En ook in mijn tijd kenden we al de beroemde CITO-toets, welke destijds mijn nog immer onderschatte en miskende talenten samenvatte met een cijfer: 546. Omdat hier een VWO-advies aan gekoppeld was, leek een gang naar het lager beroepsonderwijs waar je voor het kookwerk kon doorleren niet de meest voor de hand liggende keuze.

Wij kregen op school nog geen verzorging als vak. Toch kon ik als kind al bovengemiddeld koken omdat mijn geliefe moeder kooklerares was geweest en ik toen nog vaker de tijd nam om iets echt goed klaar te maken. Omeletten en pannenkoeken (een woord dat toen nog met een n minder geschreven werd) en later als moeder niet thuis was ook wel eens de hele maaltijd voor het gezin. Mijn culinaire hoogstand is nog altijd mijn onvolprezen stroganoffsaus op gehaktbasis, die lekker is bij goed op smaak gekookte macaroni. Benieuwd naar het recept? Jammer dan, dat is en blijft het geheim van de smid want anders is het geen culinaire hoogstand meer.

Het feit dat ik koken van mijn moeder heb geleerd, wil niet zeggen dat onze smaken ook gelijk op lopen. Waar het bij mij best wat pittiger mag zijn, daar houdt ons ma wel van een partij groen en bitter. Niet dat ze dagelijks eet als een konijn, maar toch … Tijdens mijn logeerpartijen bij familie was het overal culinair wel iets nieuws ontdekken. Van elke week de vrijdag gereserveerd hebben voor zelfgebakken friet met kroketten tot aan de hacheestamp van mijn oudste tante. Daar logeerde altijd mijn jongste broer, maar dit schrijf ik toch even voor het verhaal. Mijn lievelingsoom, met als bijnaam Snorremans, heeft zelfs niet één specialiteit: die brave heer is nog altijd op eenzame hoogte de keizer aller keukens zelve !

Qua specialiteit moest ik altijd afreizen naar de Noordoostpolder. Ik kwam er niet vaak, maar als ik er kwam, dan ging ik altijd tante Dien opzoeken, de zus van mijn opa. Ik heb er na mijn Scandinavische rondreis in 1996 zowaar ook overnacht en jawel, toen ik des ochtends in de keuken kwam stond ze haar dagelijkse soep al te bereiden. En dat was geen inhoudsloze bouillon kan ik zonder schroom zeggen ! Kip, groenten, tomaten met balletjes, je kon het maar bedenken of zij trok er soep van. En die pan kwam ook elke dag op, want haar eigen kinderen en kleinkinderen waren natuurlijk ook kind aan huis. En anders de buurt wel, dat zou me niks verbaasd hebben

Voor soepspecialiteiten moet ik tegenwoordig weer gewoon bij moeder zijn, want tante Dien is al enige jaren niet meer bij ons. Ik kook graag zelf een pannetje vol, maar mijn capaciteiten hier beperken zich tot blikjes en pakjes. Een tijd terug twijfelde ik of ik het zelf maken had moeten leren vroeger. Op de snelweg vond een duif het nodig om al vliegend op onze voorklep zichzelf om zeep te helpen. Maar ik ben toen maar doorgereden en eerlijk: ik kan er nog steeds geen soep van trekken !

Sapere Aude

 

Communiceren ? Toverwoord in de sport !

Tags

, , ,

Deze week werd het nieuws in ons land beheerst door de dood van de grensrechter uit Almere na een voetbalwedstrijd van zijn zoon. Ook ik heb vernomen dat al begin deze week de KNVB het hele amateurvoetbal heeft afgelast en verenigingen heeft opgeroepen intern in debat te gaan over normen en waarden. Uiteindelijk denk ik dat er met de huidige sneeuwval toch al veel wedstrijden niet waren doorgegaan, maar ik heb altijd een beetje moeite met dit soort debat-oproepen. Het gebeurde is niet meer terug te draaien en ik vind het op zo’n moment eerder een wat schijnheilige vertoning. Je hebt op korte termijn goede gastsprekers en discussieleiders (die zijn schaars) nodig die de discussie kunnen dragen en emotie is al niet de beste staat om een goed debat mee te voeren. Iedere week zijn er langs de velden wel vervelende momenten, maar laten we vooral niet vergeten dat er wekelijks ook duizenden wedstrijden gewoon in een goede sfeer en op normale wijze verlopen. Ik zal bij deze debatten dit weekeinde dan ook uit principe niet aanwezig zijn.

Uiteraard heb ik wel het nieuws de afgelopen dagen gevolgd en ook wie er wat al dan niet van vond. Lang heb ik getwijfeld of ik nu wel of niet hierop publiekelijk moest reageren, langs deze weg doe ik het nu gezien de impact in de sportwereld eenmalig toch. Zelf ben ik al meer dan twee decennia hockeyscheidsrechter en ik heb ook een lange tijd gefloten op behoorlijk hoog niveau, zeker ook bij pubers die in een als lastig bekend staande levensfase zitten. En meestal gaat dat erg goed, die jongelui willen best eens een vraag over een beslissing stellen en dat mag. Als het antwoord langer is, vraag ik ze er na de wedstrijd even op terug te komen. De meeste verbale problemen als ze er al zijn komen vanaf de zijlijn, meer in het bijzonder door meelevende ouders. Fysieke agressie jegens mijzelf heb ik nog nooit meegemaakt.

Een van de reacties in de media kwam van een voormalig topscheidsrechter in het Nederlandse betaald voetbal. Hij verwees juist naar de hockeysport, waar jongelui al vanaf hun veertiende verplicht op scheidsrechterscursus gaan. Met als eerste doel de spelregels goed uitgelegd te krijgen. Bij de invoering hiervan begin jaren negentig was ik wat huiverig over het verplichte karakter, zelf was ik van ongeveer de laatste lichting die vrijwillig de cursus volgde. In mijn geval als zestienjarige tussen een stel van die brave enthousiaste huisvaders, die graag de club wilden helpen. Van deze cursus ben ik als enige nog actief over, samen met een zestiger die heel af en toe op laag niveau nog wel eens in wil vallen als we bijvoorbeeld door blessures erg omhoog zitten. Nu, na al die jaren, zie ik wel de voordelen van de verplichting om de kaart te halen. Dat examen is overigens echt niet moeilijk, dertig meerkeuzevragen waar een behoorlijke foutenmarge nog mogelijk is om te slagen. En die reactie raakte me wel, want daar zou in de voetbalsport in mijn ogen inderdaad veel winst kunnen worden bereikt.

Eind oktober was ik in Breda als geïnteresseerd toehoorder aanwezig bij een bijeenkomst van de voetbalscheidsrechtersvereniging. Voor het eerst werd er een forumdiscussie gehouden met tevens scheidsrechters uit de hockeysport, het ijshockey, handbal en rugby. Zeer interessant, omdat er wel degelijk inhoudelijk punten naar voren kwamen. Met name uit de rugbysport, waar de scheidsrechter meer een manager is die veel communiceert met spelers tijdens de wedstrijd. Ik heb bij mijn eigen vereniging in Etten-Leur ook nog zeven jaar de scheidsrechterszaken intern geregeld, op vrijwillige basis. En neem van me aan: dat is bij een club met toen al tegen de duizend leden een flinke klus. Vanaf het begin heb ik zowel per mail als mondeling altijd bewust veel gecommuniceerd met de mensen die ik moest aansturen. Eigenlijk de hele club dus als het om arbitrage gaat en dan gaat het dus ook al om pubers van net veertien. Mijn ervaring is dat met tijdig en goed communiceren weliswaar niet alles bereikt kan worden, maar wel heel erg veel. Communiceren? Het lijkt wel een toverwoord !

Zelf ga ik dit weekend gewoon weer de fluit ter hand nemen. Omdat het veldseizoen voorlopig klaar is, gaan onze jeugdploegen vanaf zondag weer drie maanden de zaal in en ik heb tot aan de kerst al bijna net zoveel wedstrijden voor de boeg als vorig zaalseizoen in die drie maanden. Ik heb vanuit de hockeybond noch de vereniging een richtlijn zien uitgaan dat we een minuut stilte in acht moeten nemen, waar ik de laatste dagen scherp op heb gelet. Ik ben het ook niet van plan te gaan doen, tenzij de teams voorafgaand aan de wedstrijden aangeven dit zelf wel te willen. Een weekend van bezinning: lastige materie omdat er toch al veel gezegd en gesproken wordt hierover. De hockeysport is niet elitair en zeker ook daarom wens ik in elk geval de vaderlandse voetbalsport in al zijn geledingen heel veel wijsheid toe !

Sapere Aude

 

The Beer Whisperer

Tags

, , , ,

Menigeen die mij kent, weet dat ik weliswaar een laatbloeier ben als het gaat om de alcoholische geneugten des levens, maar ik lust inderdaad graag een goeie kouwe pint! Vooral witbier vanwege de smaak en omdat het goed weg drinkt, met echter als nadeel dat je er zo’n dikke pens van krijgt. Al enkele jaren weeg ik meer dan honderd kilo schoon aan de haak en eigenlijk is dat ook met mijn respectabele lengte iets te veel. Mag het een onsje meer zijn, vroeg de slager vroeger wel eens … nou als ik er twintig kilo af kan krijgen ben ik –ironisch genoeg- spekkoper.

Ik ben er zo eentje die niet eenmalig, maar twee keer uit de kast heeft moeten komen. Allereerst voor de Asperger waar ik hier al menige bijdrage aan heb gewijd. Maar ook ouderwets voor mijn geaardheid, want ik ben –God verhoede dat Petrus het na mijn aardse leven kwalijk gaat nemen- niet alleen Homo sapiens (letterlijk: wijze man), maar ook nog eens homoseksueel. Dit betekent in praktijk dat ik in tegenstelling tot andere fysiek (mentaal zal ik in het midden laten) volgroeide leden van het mannelijk geslacht plat geformuleerd inderdaad niet continu loop te geilen op dikke of minder dikke tieten. Vrouwen zijn net kippen. Het gespuis schurkt steevast tegen elkaar aan, inhoudelijk gaan gesprekken nergens over en ze blijven net zo lang zeiken tot ze hun gelijk dan toch gehaald (lees: gekregen voor de lieve vrede) hebben. Zo zal God de schepping van Eva in het paradijs toch zeker niet hebben bedoeld?

Uitzonderingen daargelaten uiteraard, want zoals een goed katholiek (en Mattheüs) betaamt: de geest is gewillig, maar het vlees … In mijn geliefde stamkroeg komt nog wel eens een jongedame een jaar of drie jonger dan ik, ik zal haar naam omwille van de privacy niet noemen. En als het waar is (wat ik betwijfel) dat de aarde inderdaad uit de Schepping is ontstaan, dan heeft God er alhier in elk geval iets heel moois van gebrouwen … En ze benaderde mij de eerste keer dat ik haar aanwezigheid bemerkte zowaar spontaan met één van de beste binnenkomers die ik ooit heb meegemaakt: “Meneer, bent U schrijver?” Kijk, dat is nou leuk! Om van een onbekende eens een compliment te krijgen over iets dat inderdaad waar is, ik heb haar als ik me goed herinner mijn visitekaartje gegeven. Lange tijd heb ik van haar niets meer vernomen. Tegenwoordig komt ze weer wat vaker en vorige week heeft ze me een bijnaam gegeven: The Beer Whisperer.  Het is geen belediging voor mij, ik vind het eigenlijk wel een soort van geuzenterm …

Als kind kreeg ik al een bijnaam (dorpsgek) die ik achteraf iets minder vind, later tijdens mijn jaren in Nijmegen tijdens een bijbaantje werd ik Mister President genoemd wegens mijn studie politicologie. Die klonk al stukken beter, maar is twaalf jaar later niet meer erg actueel. Mijn hele zijn en mijn manier van doen maken inderdaad dat ik in de kroeg, en ook elders, korte en langere momenten ken van in mezelf praten en dan lijkt het alsof ik dat tegen de bierfles voor me doe. Daar is eens een liedje over gemaakt: ’De fles speelde een grote rol in heel mijn droef bestaan’ en ‘mocht ik door de drank bezwijken …’ Het voordeel om dat in jezelf praten richting een bierfles te doen dan tegenover een vrouw, is dat zo’n fles eerder instemmend en meewerkend is in plaats van dat ze ongevraagd aan je kop loopt te zeiken over van alles.

Op het moment van schrijven is het 10 oktober. Voor veel mensen een dag als alle andere, maar voor mij betekent het de trouwdag van mijn ouders. Die vandaag 43 jaar in de echt zouden zijn verbonden, zij het dat mijn lieve moeder sinds 1981 weduwe is en ik vaderloos ben. Ik ben geneigd om er daar dadelijk eentje of meer op te gaan drinken en daar zou ze wat van kunnen zeggen. Ik ga het echter toch doen, want het is uit respect dat ik dit schrijf en ik tracht mezelf ook nog een andere Engelse term aan te meten: Every Inch a Gentleman.  Verbaal lukt me dit de ene keer beter dan de andere en in het verkeer met autorijden ook, al ben ik doorgaans mezelf bewust van mijn beperkingen. En daarmee tevens een echte heer op de weg.  Gaan we weer tegen flessen aan ouwehoeren, benieuwd of ze deze keer voor de verandering eens wat terug gaan zeggen !

Sapere Aude